Het Beleg van Fort de Vaux

  • by Pierre Grande Guerre
  • 26 Mar, 2019

Dutch Page - 16 May 2009

Inleiding
 
"C'est mon dernier pigeon", "Dit is mijn laatste duif", een ogenschijnlijk onschuldige zin op een onbenullig velletje papier, dat met een potlood beschreven is, gunt ons een korte maar veelbetekenende blik in de schier wanhopige bezorgdheid van Majoor Sylvain-Eugène Raynal.
Op 4 juni 1916 om half twaalf (1), wanneer Raynal zijn tegenstribbelende postduif loslaat, is het beleg van het overbevolkte Fort de Vaux al twee dagen aan de gang. De Duitsers van het 158ste Paderborner Infanterie Régiment zitten dan al twee dagen op de bovenbouw van het fort en doen verwoede pogingen om verder de gangen van het fort binnen te dringen. De grootste tegenslag voor Raynal moet nog komen, maar met het verzenden van zijn laatste duif is hem de moed al behoorlijk in de laarzen zijn gezonken.
 
Het beleg van het Fort de Vaux is een verhaal van tegenslag, koppig doorzettingsvermogen, kwellende dorst, en heldenmoed. Maar, zoals zo vaak met verhalen over de Grote Oorlog, is dit verhaal tevens een epos over een vergeefse, bloedige strijd van vermoeide helden, die, vooral aan Duitse zijde, enige duizenden slachtoffers zou eisen. Mijn verhaal is een beknopte reconstructie van deze gebeurtenissen in de eerste week van juni 1916 op een klein stukje van het front.
 
Loopbaan Raynal
Wanneer de 49-jarige Raynal (1867-1939) op 24 mei 1916 arriveert in het Fort de Vaux, loopt de Majoor moeizaam met een wandelstok. Als Commandant van het 7me Régiment de Tirailleurs Algériens raakt hij in september 1914 al gewond aan zijn schouder door een mitrailleurkogel. In december 1914 raakt Raynal opnieuw gewond, als hij geraakt wordt door de inslag van een granaat op zijn commandopost. Na 10 maanden van revalidatie zendt het leger de Majoor weer naar het front. Enkele dagen na zijn aankomst op 1 oktober 1915 raakt Raynal alweer gewond, deze keer door "shrapnel"-kogels (2) in zijn been. Opnieuw moet Raynal herstellen van zijn verwondingen tot het begin van 1916. In die tijd verordonneert het Ministerie van Oorlog, dat officieren, die ten gevolge van hun verwondingen niet meer in de eerste linie kunnen vechten, benoemd kunnen worden tot commandant van een (veiliger geacht) fort. Onmiddellijk meldt Raynal zich in februari aan als vrijwilliger om te mogen dienen in een fort bij Verdun. Op het moment dat Raynal zich als vrijwilliger aanmeldt, is op 21 februari bij Verdun het Duitse offensief met de naam "Operation Gericht" al losgebroken.
 
Mei 1916
In mei 1916 ontplooit het Duitse leger een nieuw offensief, "Operation Maiköpfchen" (Meikopje), gericht op de Argonne en Verdun, waarbij het eind mei de Mort Homme en Côte 304 verovert. De Duitse 50ste Divisie heeft nu de handen vrij om zich verder te richten op de frontlijn voor Verdun, die ruwweg zuidoostwaarts loopt vanaf de Ouvrage de Thiaumont via Fort de Vaux en de Batterie de Damloup naar het Fort de Tavannes.
De Duitsers hebben hun aanval op Fort de Vaux en omgeving tot 1 juni uitgesteld vanwege de gevolgen van de explosieramp van 8 mei in Fort Douaumont (3) en door mislukte, maar felle Franse tegenaanvallen met als doel het Fort Douaumont te heroveren. Vanaf half mei teisteren, elke dag weer, buitengewoon hevige, Duitse artilleriebombardementen de Franse linies rond Fort de Vaux.
 
Een overbevolkt fort
Wanneer Raynal op 24 mei zijn post in het Fort de Vaux betrekt, is hij Commandant van het garnizoen, dat bestaat uit de 6de compagnie en een deel van de 7de compagnie van het 142me Régiment Infanterie van het Tweede Leger, uit 2 Mitrailleur Compagnies van het 142ste, een eenheid van kanonniers van het 5me Régiment d'Artillerie de Position (RAP) en het 6me RA, een eenheid van sappeurs (4) van het 2me Régiment de Génie en het 9me, en verplegers van het 101me R.I., samen zo'n 250 man.
 
De Majoor treft een desolate toestand aan in het fort. Het fort is overbevolkt. De gangen zijn gevuld met opeengepakte soldaten; naast de normale bezetting van 250 man treft hij ook nog eens honderden mannen aan, soldaten van het 101ste en het 142ste regiment en leden van de 53ste Mitrailleur Compagnie, die tijdens de gevechten losgeraakt zijn van hun eenheden en hun toevlucht in het fort hebben gezocht. Tevergeefs probeert Raynal nog deze vluchtelingen uit het fort te zetten, maar door de chaos van gevechten en artilleriebeschietingen komen er alleen maar meer vluchtelingen bij, zodat uiteindelijk de bezetting van het fort op zo'n 600 man komt. Naast deze 600 man bevinden zich nog 4 postduiven in het fort en een Cocker Spaniel-hondje van een van de sappeurs, die luistert naar de naam "Quiqui". (5)
 
Een slecht verdedigd fort
Het 75mm-kanon boven op het fort is op 26 februari vernietigd door een inslag van een 420mm-granaat. De beide mitrailleurkoepels op de bovenbouw zijn ondanks de aanhoudende bombardementen nog in tact. De enige verbinding met de rest van het 142me R.I. lopen via de loopgraven R1 en R2.
De Commandant constateert dat de verdediging nihil is, en daarom laat hij onmiddellijk het fort versterken. Raynal laat zandzakken plaatsen in de bressen, die veroorzaakt zijn door recente bominslagen. In de gangen laat hij 1 meter dikke, "chicane"-vormige versperringen van zandzakken aanleggen met gaten voor de grenadier erachter om handgranaten door te werpen, en hier en daar laat hij achter deze barricades ook mitrailleurs opstellen. De watervoorraad, een reservoir van 5.000 liter, lijkt voorlopig voldoende.
 
Duitse vliegtuigen boven Fort Vaux
Tussen alle hevige artilleriebombardementen door verschijnt er op 28 mei rond 5 uur 's middags een zestal Duitse vliegtuigen boven Fort Vaux, zo lees ik in het regimentsjournaal van het 142me R.I., waarvan er drie "laagvliegende verkenningstoestellen" zijn ; de drie andere vliegtuigen dienen als escort voor de anderen.
 
1 juni: Inleidende bombardementen
In de vroege ochtend van 1 juni vindt er een buitengewoon hevig bombardement plaats op het Fort de Vaux en zijn naaste omgeving. De granaten slaan links en rechts van het fort in op de Franse linies. De telefoonlijnen naar het Fort Souville zijn vernietigd. Het fort raakt geïsoleerd van de rest van het 142me R.I., dat rondom in de loopgraven schuilt. Als Raynal vanuit zijn observatiepost in het fort ziet, dat de beschermende flank aan de linkerkant, van la Cailette en Bois Fumin, verloren zijn, beseft de ervaren officier dat zijn fort de volgende dag een zware infanterieaanval te verduren zal krijgen.
 
2 juni: Het beleg begint
In de ochtendschemering van 2 juni houdt plotseling het hevige bombardement op. Twee bataljons van Generaal Weber - Pasja's 50ste Divisie zijn het fort tot op 150 meter genaderd. Zij weten de grachten van het fort binnen te dringen.
Raynals mitrailleurkoepels weten vanuit de vleugels met flankerend vuur de aanvallers rondom en in de grachten van de vesting nog flink op te houden. Ondanks pogingen van "Pioniere" om springstoffen aan te brengen, weten de verdedigers de Duitsers toch nog zware verliezen toe te brengen.
Een poging van pioniers om de noordoostelijke gang binnen te dringen mislukt. Sommige pioniers verwonden zichzelf, als zij trachten zakken, gevuld met handgranaten, in openingen aan touwen neer te laten .
De ingang van de noordwestelijke gang valt spoedig, ondanks en na het heldhaftig verzet van kapitein Tabourot, die granaten blijft werpen tot hij zelf dodelijk gewond raakt door een Duitse handgranaat. Tweeëndertig soldaten en een officier geven zich dan bij de ingang over.
 
Bij de noordwestelijke dubbele galerij neemt de 19-jarige Poilu met de naam Cahuzac de verdediging over vanuit zijn gepantserde voorpost langs de binnenhelling van de gracht, omdat alle officieren in die sector van het fort zijn gesneuveld. Daar verbinden pioniers hun vlammenwerpers aan lange buizen om de Fransen over de muur en door openingen in het fort te verbranden of op zijn minst uit te roken. Verrast door deze actie stopt het Franse machinegeweervuur even.
Gebruik makend van deze korte rustpauze klimmen dertig soldaten van Tweede Luitenant Kurt Rackow's Paderborner 158ste Infanterie Regiment over de vestinggracht en bereiken even na 5 uur 's ochtends als eersten de bovenbouw van het fort. De Franse mitrailleurs hervatten hun moordende werk weer. Rackow's mannen raken op het dak door het spervuur over en weer nog zelfs urenlang geïsoleerd.
 
Aan het eind van de ochtend ontdekken de Duitsers op de bovenbouw een met zandzakken afgedichte bres bij de noordwestelijke gang. Zij verwijderen de zandzakken en werpen handgranaten naar binnen. Raynal laat onmiddellijk deze gang verder ontruimen.
 
Om 4 uur 's middags heeft Raynal al zijn belangrijkste verdedigingsstellingen bij de noordelijke punten van het fort verloren. Door de kijkgaten zien de Fransen, dat de Duitse soldaten op de bovenbouw op hun gemak een pijpje liggen te roken. De bovenbouw van het fort is definitief in handen van de Duitsers.
 
Gebeurtenissen buiten het fort
De andere eenheden van het 142me R.I. en van Nivelle's Tweede Leger, die zich in de loopgraven buiten het fort bevinden, kunnen op 2 juni niet veel meer betekenen voor Fort de Vaux. Zij hebben hun handen vol aan de 50ste Divisie en nog vier andere Duitse Divisies. De Duitsers weten de Franse stellingen in en rond het nabijgelegen dorp Damloup te veroveren. Met alle macht moet het regiment moeite doen om nog de bedreigde artilleriestellingen van de Batterie de Damloup en Batterie de la Laufée te kunnen verdedigen.
De regimentsjournalist noteert dat aan het einde van de dag de "werkers van vijand" de (verloren) loopgraven opnieuw inrichten, en dat de Duitsers trachten verder "te infiltreren in het dorp" Damloup om versterkingen naar voren te brengen: "Zij installeren machinegeweren op het Fort de Vaux en op een huis in het dorp."
Alleen al het 142ste regiment verliest die dag 463 man, waaronder 16 doden, en waarvan er maar liefst 407 mannen als "disparus", letterlijk "verdwenen", dus als vermist zijn opgegeven.
Fort de Vaux moest dus die dag zichzelf maar zien te redden.
 
Eind van de tweede juni in het fort
Rond half vijf in de middag beveelt Luitenant Rackow aan Luitenant Ruberg om zijn "Pioniere" via de noordoostelijke gang het fort te laten binnen dringen. Met een kleine ploeg mannen weet Ruberg ver de gang in te komen, totdat hij aan een afgesloten stalen deur komt. Op dat moment is Raynal toevallig aanwezig achter de deur om een barricade te inspecteren. Hij hoort achter de deur geluid en beveelt iedereen van de deur weg te gaan. Een kort moment later werpt Ruberg een handgranaat naar de deur. De granaat laat de deur en de barricade erachter springen, maar enkele scherven rijten ook Ruberg zelf uiteen. De dood van hun officier doet de pioniers geschrokken terugtrekken. Dit geeft Raynal extra tijd en gelegenheid om zijn zandzakversperring opnieuw op te bouwen en er achter een machinegeweer op te stellen.
 
De Fransen blijven voor de rest van de avond en de nacht nog even heer en meester van de gangen.
Het fort is nu afgesneden van contact met het Tweede Leger. De loopgraaf R2 is verloren aan de Duitsers. In R1 weten de soldaten van Kapitein Delvert moeizaam stand te houden, maar R1 is wel voor een belangrijk deel afgesneden van het fort. Omdat al zijn communicatielijnen met Fort Souville nu zijn vernietigd, laat Raynal deze nacht zijn eerste duif los.
 
3 juni
Op 3 juni, 's ochtends vroeg, maken de Duitsers een omtrekkende beweging rond het fort naar de zuidkant. Opnieuw proberen de Duitsers, nu uitgerust met zwaardere explosieven, de barricades in de donkere gangen te veroveren ten koste van grote verliezen. Veel gangen in het fort zijn slechts een meter breed en anderhalve meter hoog. Het duister wordt alleen opgelicht door exploderende granaten. Veel mannen raken gedood door afketsende, platgeslagen mitrailleurkogels. Giftige dampen van explosieven en van cementstof, veroorzaakt door de explosies, doen menigeen stikken in de pikdonkere gangen. De lucht van de overal liggende lijken is niet te harden. Het verblijf van Rackow's mannen op de bovenbouw is ook minder riant geworden. Het 155 mm kanon van Fort de Moulainville bestookt hen ongenadig.
 
In de avond van 3 juni zijn de twee Duitse bataljons zo aangeslagen door hun verliezen, dat zij genoodzaakt zijn zich deels terug te trekken ter aflossing door 2 andere.
's Nachts stuurt Raynal zijn derde duif met een boodschap. Zijn tweede duif is juist buiten het fort gesneuveld door geweervuur. Het bericht bereikt Generaal Lebrun, die onmiddellijk een tegenaanval beveelt om het fort te ontzetten.
 
4 juni
In de ochtend van de vierde juni noteert de regimentsjournalist, dat er "geen nieuws meer is vernomen van de 5de compagnie, noch van de resten van de 7de Cie., of dat men weet of het omsingelde Fort de Vaux nog stand houdt.".
 
De Franse artillerie, ook vanuit het Fort de Moulainville, bestookt de Duitse bataljons die zich deels teruggetrokken hebben in het Ravin de la Horgne.
De Franse 124ste Divisie probeert het fort aan de westelijke kant aan te vallen. Maar de Duitse verdedigers boven op het fort en eromheen forceren een tegenaanval en verdrijven de Franse soldaten uiteindelijk, zelfs "met de punt van de bajonet".
 
Vlammenwerperaanval in de ochtend
Binnen in het fort krijgen de mannen van Raynal het die dag zwaarder te verduren dan ooit. De Duitsers, die nog in de gangen vechten, krijgen rond half negen het bevel om snel terug te trekken. De Duitsers zijn erin geslaagd 6 vlammenwerpers naar de bovenbouw te brengen. De vlammenwerpers worden in allerlei openingen geschoven en beginnen wolken dikke zwarte rook en steekvlammen naar binnen in de middelste gang te spuien om de Fransen uit te roken.
 
Binnen breekt er paniek uit. Raynal hoort "Gas!" roepen. Halfverbrande mannen met beroete gezichten verlaten hun versperringen en vluchten in paniek weg via de noordwestelijke gang.
Als het vuur van de vlammenwerpers plotseling stopt, begrijpt Luitenant Girard onmiddellijk wat er zal gaan volgen. Hij zet zijn gasmasker op en rent naar de met rook gevulde, noordwestelijke gang, waar hij, juist op tijd, de Duitse binnendringers weet te verrassen met zijn mitrailleurvuur. Ook al raakt Girard meermalen gewond, toch weet hij de aanval af te slaan, alvorens hij bewusteloos door de dampen in elkaar zakt.
 
Raynal beveelt onmiddellijk alle luchtschachten en openingen open te houden en, waar nog mogelijk, te ventileren.
Een soortgelijke Duitse aanvalspoging bij de noordoostelijke tunnel loopt ook op een mislukking uit. Een aanval op de zuidwesthoek weten de Fransen succesvol af te slaan. Zij doden daar alle pioniers en maken vier vlammenwerpers buit.
De Duitsers behouden wel 25 meter van de noordwestelijke tunnel en een van de drie observatieklokken.
 
"Mijn laatste Duif"
"Nous tenons toujours, mais nous subissons une attaque par le gaz et les fumées très dangereuses. Il y a urgence à nous dégager - Fait nous donner de directe communication optique par Souville, que ne repond pas à mes appels. C'est mon dernier pigeon. Raynal"
Om half twaalf in de ochtend van de vierde schrijft de bezorgde Raynal met een potlood op een klein briefje zijn laatste handgeschreven boodschap:
 
"Wij houden nog altijd stand, maar weldra zullen wij een aanval over ons heen krijgen met gas en zeer gevaarlijke dampen. Wij moeten ons dringend terugtrekken. Geef ons direct lichtsignalen via (Fort) Souville, dat niet antwoordt op mijn oproepen. Dit is mijn laatste duif. Raynal."
 
Raynal's postduif, Vaillant, is ook half verdoofd door de rook en de kruitdampen. Na enkele vergeefse pogingen weet de kapitein zijn onwillige duif toch over te halen om te vertrekken. Het blijft verbazend, maar de duif bereikt met zijn boodschap toch de Citadel in Verdun!(6)
In Fort Souville heeft men al aangenomen dat Fort de Vaux al gevallen is en dat de signalen van Raynal de laatste dagen vals waren geweest. Als reactie op Raynal's korte bericht laat Generaal Lebrun opnieuw een tegenaanval voorbereiden om het fort te ontzetten.
 
Geen water meer
In de middag krijgt de koppige Commandant slecht nieuws te horen. Een zichtbaar geschrokken Sergeant-kwartiermeester komt hem vertellen dat "er bijna geen water meer over is in het reservoir". Raynal springt boos op, schudt zijn Sergeant door elkaar, en laat hem zijn woorden herhalen. "Maar dat is verraad!", roept Raynal nog verontwaardigd. De sergeant weet Raynal te overtuigen dat er geen opzet in het spel is.(7) Onmiddellijk beseft Raynal, dat het fort met zijn overbezetting aan manschappen het beleg niet lang meer kan volhouden. Hij treft voorbereidingen voor een evacuatie.
 
Raynal beveelt 's avonds de 19-jarige wees, Aspirant Officier Buffet, om 's nachts met een achttal vrijwilligers het fort te verlaten op verkenning naar een ontsnappingsroute, die later door kleine groepjes soldaten gebruikt zou kunnen worden. Verder moet hij het regimentshoofdkwartier op de hoogte stellen van de op handen zijnde val van het fort.
 
5 juni - Explosie in het Fort
In het fort vergaan Raynal's mannen nu van de dorst. In de ochtend vindt er een enorme mijnexplosie plaats aan de zuidoost punt van het fort nabij de Casemate de Bourges. De Duitsers springen meteen met vlammenwerpers in de bres. Opnieuw redt Luitenant Girard deze penibele situatie door meteen een tegenaanval met handgranaten in te zetten, waarbij hij opnieuw gewond raakt.
 
Vanuit zijn uitkijkpost ziet Raynal dat de Duitsers nog meer mijnschachten graven. Hij besluit lichtsignalen te zenden naar Fort Souville:
"Drijf ze terug met jullie artillerie!".
 
Onmiddellijk na het verzenden van dit bericht volgt er een Franse artillerieaanval, die de aanvallen van de vlammenwerpers op de bovenbouw doet staken en de gracht doet vullen met Duitse lijken. Helaas wordt hierbij ook de seinpost geraakt, waarbij de heliograaf (8) wordt vernield, en drie seiners omkomen.
In de middag verneemt Raynal nog meer rampspoed: de Duitsers zijn erin geslaagd om de ingang van de laatst toegankelijke latrine te bezetten.
Aan het begin van de avond besluit hij het overgebleven water uit te delen, voor elke vermoeide en dorstige man slechts 125 milliliter.
De commandant laat een noodseintoestel in elkaar zetten, en hij verzendt de boodschap:
"Aflossing en water vanavond nog absoluut noodzakelijk. We kunnen niet langer standhouden."
 
Aspirant Buffet in Fort de Tavannes
Ondanks dat Aspirant Buffet onderweg enkele van zijn vrijwilligers verliest, slaagt hij er toch in om met enkele mannen het regimentshoofdkwartier in Fort de Tavannes te bereiken. In zijn journaal van 5 juni maakt de regimentsnotulist van het 142ste uitgebreid melding van Buffet's bezoek aan het regimentshoofdkwartier:
 
"In de avond zijn mannen er in geslaagd om uit Fort de Vaux te ontsnappen. Zij verstrekten enige inlichtingen. De Duitsers hebben er alles aan gedaan om het garnizoen te laten capituleren. Sinds 4 uur in de ochtend beschikt het garnizoen niet meer over water. Het lijden wordt nog verzwaard door de vloeibare brandstoffen en de gifgassen, die de Duitsers naar binnen jagen. De warmte is verstikkend. Geen enkele opening is toegestaan, omdat de Duitsers anders granaten naar binnen werpen, of (brandbare) vloeistoffen of gas, of anders binnendringen via de bressen, die veroorzaakt zijn door Franse obussen. Het garnizoen houdt nog altijd stand, maar de hoop neemt af. De Aspirant Buffet heeft weten te ontsnappen uit het fort om zich te presenteren bij de Divisie, waar men hem opdraagt om terug te keren naar het fort. Hij vertrekt en hij slaagt, zeggen wij. Wij hebben van hem geen nieuws meer vernomen."
 
Vanuit Fort de Tavannes moet Buffet naar Generaal Lebrun, die Buffet weer doorstuurt naar Generaal Nivelle, die hem op zijn beurt weer onderscheidt met een medaille.
 
Rond middernacht keert Buffet weer terug in Fort de Vaux. Hij stelt Raynal op de hoogte van een spoedige, Franse tegenaanval om het fort te ontzetten. In de nacht van 5 op 6 juni laat Raynal nog zo'n 200 man heimelijk evacueren langs Buffet's route.
 
6 juni: Franse Tegenaanval
Na een kort inleidend bombardement van het Franse 75mm geschut vallen om 2 uur 's nachts twee compagnies van het 238me R.I. en twee andere compagnies van het 321me R.I., vergezeld door enige sappeurs, het fort aan. Deze vermoeide troepen, die al 48 uur onder vuur hebben gelegen, komen nu nog zelfs onder hun eigen artillerievuur te liggen.
De aanval is een complete mislukking. Alleen al de twee compagnies van het 238ste verliezen 160 man. Hun commandant, Kapitein Aillaud, raakt gewond en wordt krijgsgevangen gemaakt.
 
Dorst
Raynal seint om tien voor half zeven naar Fort Souville, dat de tegenaanval een mislukking is, "te mager",  dat de "vijand machinegeweren op het fort heeft opgesteld", en "dat zij door een obus eraf geslagen zouden moeten worden".
De omstandigheden in de donkere gangen van het fort zijn nu helemaal onhoudbaar geworden.
De Commandant laat 10 minuten later nog een boodschap seinen:
"Ik heb geen water meer ondanks de rantsoenering van de afgelopen dagen. Ik zou mij moeten terugtrekken en ik moet onmiddellijk met water bevoorraad worden. Ik geloof dat ik het uiterste van mijn krachten heb gebruikt. De troepen, mannen en officieren, hebben onder alle omstandigheden tot het uiterste hun plicht gedaan."
Het telegram gaat dan door met het noemen van namen van mannen voor de voordracht voor een onderscheiding, de namen van de doden en gewonden, om vervolgens te eindigen met:
"Ik hoop dat u met hernieuwde kracht te hulp komt nog voor de totale uitputting."
 
Ook al zijn de Duitsers na 5 dagen vechten slechts 40 meter in het fort gevorderd, de dorst van de Poilu's is na drie dagen van waterrantsoenen ondraaglijk geworden. Tijdens een inspectie van het fort in de avond ziet Raynal soldaten, die proberen het vocht van de muren te likken. Sommigen vallen flauw van de dorst. Hij ziet anderen braken, nadat zij van hun eigen urine hebben gedronken.
Er zijn 76 gewonden in het lazaret, waaronder een aantal met zware brandwonden, veroorzaakt door de vlammenwerpers. Die gewonden hebben de afgelopen dagen tijdens de zomerwarmte ook nauwelijks water gekregen. Vier van Raynal's acht officieren zijn gewond. De vijftig doden laat hij bergen in een afgelegen hoek van het fort.
 
Telegram Joffre
Om half negen 's avonds laat Joffre vanuit Parijs een telegram seinen naar Souilly:
 
"De Opperbevelhebber richt zich tot de Commandant van Fort de Vaux, tot de Commandant van het garnizoen van het Fort en evenzeer aan zijn troepen, om zijn tevredenheid uit te drukken voor hun prachtige verdediging tegen de herhaalde aanvallen van de vijand. J. Joffre."
Rond negen uur behaagt het Grand Quartier Géneral om Raynal te onderscheiden met het Commandeurschap van het Légion d'Honneur, een bericht dat Raynal ook niet zal vernemen, omdat het onmogelijk geworden is om Fort de Vaux nog te kunnen bereiken.
Nog even krijgt Commandant Raynal hoop, als even voor de nacht een Frans artilleriebombardement losbreekt, dat plotseling toch weer stopt.
 
7 juni
Om tien voor vier in de morgen zendt Raynal nogmaals een laatste boodschap. Maar in Fort Souville kan men slechts de boodschap, "Laat ons niet in de steek", ontcijferen.
 
Om zes uur 's morgens geeft het fort zich dan eindelijk over. Een officier en twee soldaten komen met een witte vlag naar buiten. Zij worden opgevangen door luitenant Werner Müller, die een formele brief van Raynal ontvangt:
 
"Aan de commandant van de Duitse troepen, die Fort de Vaux aanvallen,
Op de volgende voorwaarden, dat men de eerbewijzen van de oorlog respecteert, dat de behandeling welwillend zal zijn, dat de keus aan de officieren wordt gelaten om hun oppassers mee te nemen, dat men de persoonlijke voorwerpen laat aan de bezitter daarvan, draag ik de lokalen en delen van het bolwerk, die nog in het fort onder mijn bevel staan, over aan de Duitse troepen.
Fort de Vaux 7 juni 1916. Bevelhebber van het bataljon, Commandant van het fort, Raynal."
 
Müller waarschuwt zijn Kapitein. Samen betreden zij het fort om in de gang langs in de houding staande Franse soldaten naar Raynal te worden geleid. In de kamer van Raynal vindt de ondertekening van de capitulatie plaats. De Commandant overhandigt de Duitse officieren de bronzen sleutel van het fort.
 
Na deze ceremonie treden de Franse soldaten als krijgsgevangenen naar buiten. Na een beleg van een week, waarvan vijf dagen met vlammenwerpers, zien de Duitsers een stoet van oververmoeide, gewonde, en dorstige soldaten naar buiten strompelen en het vuil geworden hondje Quiqui. De soldaten werpen zich buiten onmiddellijk op volgelopen bomkraters om het water eruit te drinken.
De Duitsers hebben zo'n bewondering voor de volharding van Raynal, dat hij nog even voor de foto mag poseren samen met Tweede Luitenant Kurt Rackow, die op dezelfde dag nog de hoge onderscheiding, "Pour le Mérite", zal ontvangen.
Raynal's fortbezetting telt weliswaar 50 doden en 87 gewonden, maar de Duitse verliezen zijn na 5 dagen veel zwaarder. Raynal en zijn mannen hebben een week lang 4 Duitse bataljons bezig gehouden, die gezamenlijk 2.678 soldaten en 64 officieren hebben verloren.
De rest van de dag gaat de strijd rond het fort in alle hevigheid door. Aan de Franse zijde heeft men door de felle gevechten in de omgeving van het fort nog steeds niet begrepen, dat het fort zich al heeft overgegeven.
 
Ontvangst door de Kroonprins
Op 8 juni wordt Raynal naar Kroonprins Wilhelm in zijn hoofdkwartier in het Château des Tilleuls te Stenay gebracht. De kroonprins overlaadt Raynal met lof vanwege zijn hardnekkige verzet en hij wenst hem geluk met zijn onderscheiding van het Légion d'Honneur, waarvan Raynal nog steeds niet op de hoogte was. Als teken van zijn achting schenkt de Kroonprins hem een dolk van een pionier ter vervanging van de sabel, die Raynal bij zijn overgave zou zijn kwijt geraakt.
 
Nivelle's laatste poging het fort te ontzetten
Ondanks dat Generaal Nivelle in de namiddag van de 7de in Souilly een telefonische boodschap krijgt van het Grand Quartier Géneral, dat de Duitse radio de val van het fort heeft gemeld, doet Nivelle deze boodschap eerst hooghartig af als een canard.
Tegen de opvattingen in van zijn adviseurs van de Generale Staf van het Tweede Lager beveelt Generaal Nivelle op 8 juni opnieuw een aanval om het fort te heroveren. Er is op 7 juni voor deze operatie een speciale "Brigade de Marche" samengesteld onder leiding van kolonel Savy. De brigade bestaat uit het 2me Régiment des Zouaves en het Régiment d' Infanterie Coloniale du Maroc (RICM).
 
Op deze dag regent het hevig. De Zouaven worden in hun loopgraaf van vertrek verrast door een Duits gordijnbombardement van 210mm geschut. Door de grote verliezen, zijn zij niet meer in staat de loopgraaf te verlaten.
Op het moment dat het RICM de gracht van Fort de Vaux nadert, stuit het op de Duitse 50ste Divisie, die juist op het punt staat een aanval op het Fort de Tavannes te openen. Vanuit het Fort de Vaux beschieten Duitse mitrailleurs de Marokkanen. Het RICM lijdt zware verliezen.
Veel compagnies worden gedecimeerd tot zo'n slordige 25 man. Nivelle's operatie is niet alleen nutteloos, maar is ook een van de bloedigste gebeurtenissen tijdens de Slag om Verdun. Diezelfde dag nog intervenieert een woedende Pétain, die Nivelle onmiddellijk beveelt de operatie af te breken en geen nieuwe offensieven meer te openen, die gericht zijn op een herovering van Fort de Vaux.
 
Pas op 2 november 1916 zullen de Fransen er in slagen om Fort de Vaux te heroveren. Tegen die tijd zal de strijd om Fort de Vaux aan beide strijdende partijen gezamenlijk 5.000 doden kosten.
 
Raynal's krijgsgevangenschap - Slot
Raynal zal tot aan het eind van de oorlog in krijgsgevangenschap verblijven. Eerst verblijft hij in de citadel van Mayence, en vervolgens wordt hij overgebracht naar Strasburg in Oost Pruisen, waar hij tot 5 november 1917 zal verblijven. Op 30 maart 1918 wordt Raynal in het Zwitserse Interlaken gevangengezet, maar op 4 november 1918 laten de Zwitsers hem weer vrij.
In 1920 benoemt de Franse regering Raynal tot Commandant van het garnizoen van Mayence. Op 13 januari 1939 overlijdt Sylvain-Eugène Raynal op 71-jarige leeftijd in Boulogne-Billancourt.
 
Pierre
 
Voetnoten en bronnen:
(1) Het beleg van Fort Vaux speelt zich af tussen 1 en 7 juNi 1916 en niet in juLi 1916, zoals ik helaas veel ben tegengekomen op Nederlandse internetsites!
(2) "Shrapnel", product van een fragmentatiebom met tijdontsteking "avant la lettre": ronde kogels, die enkele meters boven de grond uit één uiteenspattende granaat met grote vaart ontploffen met ong. 250 stuks tegelijkertijd . Lees over de werking van een shrapnel-granaat ook Pierre's Column van 25 mei 2007, "De Achttienponder".
(3) Lees mijn artikel "Explosiecatastrofe fn Fort Douaumont".
(4) In zijn meest traditionele betekenis was een sappeur iemand die gespecialiseerd was in het aanleggen van "sappen". Een sappe is een naderingsloopgraaf of een aanvalsloopgraaf, die bescherming moet bieden tegen vijandelijk vuur. Een sappeur was dus een geniesoldaat. Sappeurs ruimden hindernissen op, bouwden bunkers, groeven dug-outs, etc.
(5) "Wiewie". Spreek uit als "KikI".
(6) De postduif, 787-15, stort ter plekke dood neer, wordt onmiddellijk verheven tot Ridder in het Légion d'Honneur, en is tegenwoordig, naar het schijnt, nog opgezet te bewonderen in het Musée de la Poste te Parijs!
(7) Over de oorzaak van het plotseling leeglopen van het waterreservoir lopen de opvattingen van mijn bronnen nogal uiteen. De één meldt, dat al in maart gewaarschuwd was voor de ontoereikende watervoorraad, een rampzalige nalatigheid, en dat het reservoir al op de dag van Raynals's aantreden slechts voor de helft gevuld was.
Een andere bron meldt weer een plotselinge verzakking van het bassin, of een scheur, die veroorzaakt is door de voortdurende bominslagen op het fort, o.a. Duitse 420mm- en 210mm-granaten, maar ook o.a. Franse 155mm granaten, die op 4 juni vanuit het fort de Moulainville zijn afgeschoten op de pioniers op de bovenbouw.
(8) Een heliograaf is oorspronkelijk een toestel om snel berichten over grote afstanden te seinen met behulp van zonlicht en spiegels, later ook met kunstlicht.
 
Bronnen: 
- Regimentsjournaal van het 142me R.I., uit Journals des Marches et Operations des Troupes, van het Sécretariat Géneral pour l'Administration (SGA) van het Franse Ministerie van Defensie, Mémoires des Hommes- 1914-1918.
- "Carnet de Messages de Quartier Génerale Nivelle du 1er Juin 1916 au 16 Aout 1916".
- Alistair Horne: "De Prijs Van Eer".
- Julian Thompson: "1916 - Verdun en de Somme".
- Service Historique de l'Armée de Terre: "1916 - Année de Verdun".
- Franse en Duitse Wikipedia, diverse lemma's.
by Pierre Grande Guerre 29 Nov, 2019
by Pierre Grande Guerre 14 Nov, 2019

Inleiding: Franz Von Papen & Werner Horn; schaker en pion

Onlangs stuitte ik in een oud boek (1) van 1919 op een opmerkelijk verhaal over een Duitse Luitenant, die in begin februari 1915 een half geslaagde bomaanslag pleegt op een spoorbrug over een grensrivier tussen de Verenigde Staten en Canada. Ook al staat de bekentenis van de dader, Werner Horn, deels in het boek te lezen, de naam van zijn opdrachtgever zal Horn blijven verzwijgen. Na wat verder zoeken vond ik ook de naam van Horn’s opdrachtgever, Franz von Papen, een van de aangeklaagden van het latere Neurenberg Proces in 1946.

In een Grote Oorlog als de Eerste Wereldoorlog  is Horn’s aanslag op de brug uiteraard slechts een bescheiden wapenfeit. Toch vermoed ik dat dit relatief onbekende verhaal, dat de geschiedenis is ingegaan als de “ Vanceboro International Bridge Bombing ”, nog interessante kanten kent. Het is onder andere een spionageverhaal over hoe in een groter plan een sluwe schaker zijn naïeve pion offert.  

Beknopte situatieschets Canada en de Verenigde Staten in 1915

by Pierre Grande Guerre 01 Oct, 2019

This trip we start at the Léomont near Vitrimont and we will with some exceptions concentrate on the Battle of Lorraine of August-September 1914 in the area, called, the “Trouée de Charmes”, the Gap of Charmes.

After the Léomont battlefield we continue our explorations to Friscati hill and its Nécropole Nationale. Next we pay a visit to the battlefield of la Tombe to go on to the Château de Lunéville. There we cross the Vezouze to move on southward to the Bayon Nécropole Nationale. At Bayon we cross the Moselle to pass Charmes for the panorama over the battlefield from the Haut du Mont. North-west of Charmes we will visit the British Military Cemetery containing 1918 war victims. From Charmes we go northward to the battlefield of the First French Victory of the Great War, the Battle of Rozelieures of 25 August 1914. North of Rozelieures we will visit the village of Gerbéviller. From there we make a jump northward to visit the ruins of Fort de Manonviller to finish with an interesting French Dressing Station bunker, west of Domjevin.

by Pierre Grande Guerre 18 Sept, 2019
Though we depart from Badonviller in the Northern Vosges , we make a jump northward to the east of Lunéville and Manonviller. We start at Avricourt on the border of Alsace and Lorraine. From the Avricourt Deutscher Soldatenfriedhof we explore the southern Lorraine battlefields ; the mine craters of Leintrey , the Franco- German war cemetery and Côte 303 at Reillon , and some German bunkers near Gondrexon , Montreux , and Parux.
by Pierre Grande Guerre 13 Sept, 2019
We depart from Raon-l’Etape to drive northward via Badonviller to Montreux to visit the  "Circuit du Front Allemand 14-18", the  Montreux German Front Walk 14-18,  with its trenches , breastworks , and at least twenty bunkers.
by Pierre Grande Guerre 08 Sept, 2019
North-east of Nancy, east of Pont-à-Mousson, and south-east of Metz we visit the battlefields of the Battle of Morhange of 14 until 20 August 1914. We follow mainly topographically the route of the French advance eastward over the Franco-German border of 1871-1918.
During this visit, we try to focus on the day that the momentum of the battle switched from the French side to the advantage of the Bavarian side: the day of 20 August 1914, when the Bavarians rapidly re-conquered the territory around Morhange , being also the day of the start of their rather successful “Schlacht in Lothringen”.
We will visit beautiful landscapes of the "Parc Naturel Régional de Lorraine", memorials, ossuaries, and cemeteries. Sometimes we will divert to other periods of the Great War, honouring Russian and Romanian soldiers, who died in this sector. We start our route at the border village of Manhoué, and via Frémery, Oron, Chicourt, Morhange, Riche, Conthil, Lidrezing, Dieuze, Vergaville, Bidestroff, Cutting, Bisping we will finish in Nomeny and Mailly-sur-Seille, where the Germans halted their advance on 20 August 1914, and where they constructed from 1915 some interesting bunkers.
by Pierre Grande Guerre 05 Sept, 2019
South of Manhoué we start this trip at Lanfroicourt along the French side of the Franco-German 1871-1918 border, marked by the meandering Seille river. We visit some French bunkers  in Lanfroicourt, near Array-et-Han and in Moivrons. From there we go northward to the outskirts of Nomeny and the hamlet of Brionne to visit the ( second ) memorial, commemorating the events in Nomeny of 20 August 1914. We continue westward to finish at the Monument du Grand Couronné at the Côte de Géneviève, a former French artillery base, which offers several panoramic views over the battlefield.
by Pierre Grande Guerre 28 Aug, 2019
North of Pont-à-Mousson and south of Metz, we explore the relics of German bunkers and fortifications along the Franco-German 1871-1918 border. We start at Bouxières-sous-Froidmont to visit the nearby height of the Froidmont on the front line. This time we will show only a part of the Froidmont, focusing on its military significance.  From the Froidmont we continue via Longeville-lès-Cheminot and Sillegny to the “Forêt Domaniale de Sillegny” to explore some artillery ammunition bunkers. Next we continue to Marieulles for its three interesting bunkers and to Vezon for its line of ammunition depot bunkers. From Vezon we continue to the “Deutscher Kriegsgräberstätte Fey – Buch”. From Fey we go eastward, passing 6 bunkers near Coin-lès-Cuvry to finish our trip at the top construction of the “Feste Wagner” or “Fort Verny”, north of Verny.
by Pierre Grande Guerre 25 Aug, 2019

From Badonviller or the Col du Donon we continue north-eastward for a visit to an extraordinarily well restored sample of German fortifications:  the Feste Kaiser Wilhelm II, or Fort de Mutzig,  lying on a height, some 8 km. away from the 1871-1918 Franco-German Border.

by Pierre Grande Guerre 23 Aug, 2019
We concentrate on the German side of the front around "Markirch", Sainte Marie-aux-Mines, the so-called "Leber" front sector . We first pay a visit to the Sainte-Marie-aux-Mines Deutscher Soldatenfriedhof, and next to the southern side of the Col de Ste. Marie for the many interesting bunkers of the German positions at the Bernhardstein, at the north-eastern slopes of the Tête du Violu. On the next photo page about the Haut de Faîte we will continue with a visit to the northern side of the pass and the "Leber" sector.
More posts
Share by: