Explosiecatastrofe In Fort de Douaumont

  • by Pierre Grande Guerre
  • 26 Mar, 2019

Dutch page - 8 May 2009

Inleiding.
 
In mijn artikel van 25 februari j.l., "Hoe Sgt. Kunze Fort Douaumont veroverde" , vertelde ik u al hoe op 25 februari 1916 de soldaten van het Brandenburger 24ste Infanterie Regiment zonder enige tegenstand Fort Douaumont veroverden op een magere bezetting van slechts 56 Franse Territoriale kanonniers. Vandaag, op 8 mei 2009, is het alweer 93 jaar geleden, dat er een korte reeks grote explosies plaats vond in Fort Douaumont, die ongeveer 700 doden tot gevolg zou hebben; allemaal dode Duitse soldaten in een Frans Fort.
Onlangs kreeg ik een kopie in handen van een bijzonder en zeldzaam getuigenverslag van deze ramp. Het "Rapport over de explosiecatastrofe in Fort Douaumont", dat de Duitse stafarts, Dr. B. Hallauer, twee dagen na de ramp opstelde, vertelt ons in detail over de gruwelijke omstandigheden van deze ramp. (*) 
7 mei 1916
Plattegrond van Fort de Douaumont
In de week voorafgaand aan de 8ste mei vertoeft onze dokter Hallauer al in het fort. De Brandenburgers moeten voortdurend schuilen voor de Franse artilleriebeschietingen. In het rapport van Hallauer, lees ik bijvoorbeeld, dat op 7 mei nog een grote chloorgasgranaat een luchtschacht van het fort binnendringt. Het gas verspreidt zich door de keldergangen, en maakt de nodige gewonden. Hallauer organiseert de verzorging van de gewonden, laat snel zuurstofflessen aanrukken, en hij laat met spoed de ventilatieschacht weer openen om frisse lucht binnen te laten. Voor de Brandenburgers is het verblijf in het massieve Fort Douaumont dus niet echt veilig.

8 mei 1916
Tegen half vijf in de ochtend van de 8ste, juist als Hallauer eindelijk klaar denkt te zijn met zijn organisatie van de hulpverlening aan de chloorgasslachtoffers en zijn spoedeisende operaties, hoort hij paniekerig geschreeuw en geren in de gangen. Als hij de verbandruimte verlaat, hoort Hallauer geroep om hulp en alsmaar de angstaanjagende kreet: "Die Schwarzen kommen!". Hij rent terug naar de verbandruimte om de mannen te wekken, als hij kort achter elkaar "3 furchtbare Explosionen" (**) hoort. Hallauer hoort het fort en zijn gewelven in al zijn voegen kraken en schudden. Hij voelt een geweldige luchtdrukgolf, die de ruimtes en de gangen van het fort doen beven. De drukgolf slingert iedereen, die in het fort aanwezig is, met kracht tegen de wanden. Deze explosies zijn veel sterker, zo schrijft Hallauer, dan de inslagen van normale artillerievoltreffers, die men ondertussen wel gewend is in het fort. Als hij weer de gang in gaat, slaat hem een dikke wolk van rook en zwaveldamp tegemoet, en hoort hij een verschrikkelijk gejammer en gesteun. Onmiddellijk gaat Hallauer weer terug naar de verbandruimte, en beveelt de gasmaskers -,"soweit solche vorhanden waren",- op te zetten, de zuurstofflessen paraat te maken, en de ventilatoren harder te laten draaien. (***) De tegenover de verbandkamer liggende operatiekamer is geheel gevuld met gele rook, maar toch weten ziekendragers nog enige zojuist geopereerde patiënten in relatieve veiligheid te brengen in de toch ook zwaar beschadigde verbandruimte. Omdat de gangen vol staan met rook, is oriëntatie zo goed als onmogelijk geworden. Als Hallauer op de tast verder op zoek gaat in de gangen van het fort naar gewonden, valt het hem op dat, heel onheilspellend, het gejammer langzamerhand geheel verstomt.

Een "bijzonder" gas
 
Terwijl Hallauer de gewonden naar de verbandruimte laat transporteren, vult de lucht zich plotseling met een dichte gasnevel, die zwaar op de longen drukt. Ondanks de extra toevoer van verse lucht tast het gas meer en meer de luchtkwaliteit aan. De gasmaskers werken nog maar gebrekkig.
Als Hallauer even later weer aan de operatietafel staat om de gewonden te helpen, raakt hij ook zelf bedwelmd. Een Leutnant en een Feldwebel dragen hem via een luchtschacht naar buiten, alwaar Hallauer weer bij komt in een loopgraaf. Onmiddellijk daarna gaat Hallauer het fort weer binnen, waar hij in de kelder onder een grote tunnelboog met drie luchtschachten enige honderden jonge rekruten apathisch ziet rondhangen. De rekruten, die de afgelopen nacht ter aflossing zijn gearriveerd voor hun eerste inzet aan het front, hangen geschokt rond te midden van talloze doden, gewonden, "verdoofden, en enige geestelijk gestoorden". De gangen liggen vol puin en doden: "Arme, Beine, und Rümpfe lagen umher, dazwischen zetrümmertes Kriegsmaterial". (****) De druk van de explosies heeft op sommige plaatsen de lijken, "zoals door een geweerloop", door de gangen geperst en in vier lagen langs de muren op elkaar gestapeld. In een aantal slaapzalen treft Hallauer nog overlevenden aan, die verdoofd en slaperig zijn. Maar Hallauer kan lang niet overal meer komen. Vooral niet meer in de door puin geblokkeerde hoofdgang, die van oost naar west loopt, en waarvan Hallauer achteraf zal vaststellen, dat daar in de kelderruimte bij het magazijn de explosies hebben plaatsgevonden.
Bij het uitgraven van de gewonden uit het puin raken ook hier verschillende artsen en ziekenverzorgers bedwelmd door het gas en vinden 9 ziekendragers en een arts alsnog de dood.
 
Hulptroepen
 
Korte tijd later na de explosies stuurt Hallauer's Kompagnie-chef, Leutnant Cordt Von Brandis, van achter de linies manschappen van het Leib-Grenadier Regiment nr. 8 naar de dokter om hem bij te staan in de verzorging van de gewonden, het opruimen van de lijken en het puin, en om het fort verder te kunnen verdedigen. Deze mannen weten toch nog 120 gewonden te redden door hen kunstmatig te beademen of door hen naar de frisse buitenlucht te brengen. Omdat de meeste officieren gedood zijn, overlegt Hallauer zelf met een Leutnant van de Leib-Grenadiere, en laat hij uit voorzorg voor een mogelijke Franse stormaanval nog een eenheid van een Machine Gewehr Kompagnie vanuit hun loopgraaf "een zeer levendig vuur" openen op de Franse linies.
 
Hallauer's conclusies  over de oorzaak
Twee dagen na de explosiecatastrofe concludeert Hallauer in zijn rapport dat de oorzaak van de reeks explosies ligt bij de soldaten, die waarschijnlijk stiekem vlammenwerperolie gebruikten om hun potjes op te koken. Zij deden dat in een gang, waar honderden Franse 15cm-granaten en Duitse gasmijnen lagen opgestapeld. Volgens Hallauer is hoogstwaarschijnlijk een van die kooktoestellen in brand geraakt, gepaard gaand met een grote rook- en roetontwikkeling. Vermoedelijk zijn hierbij meteen al een paar soldaten verbrand. Talrijke mannen hebben daarbij roet op hun gezicht gekregen. Die beroete gezichten veroorzaakten bij andere soldaten weer paniek: "De zwarten komen eraan!".
Die angstige soldaten, vooral die jonge rekruten, dachten overvallen te worden door de als wreed bekend staande, Franse, koloniale troepen. Die soldaten begonnen in hun paniek in het wilde weg met handgranaten te smijten, die vervolgens de al aanwezige Franse granaten en de Duitse gasmijnen deden ontploffen, die weer een kettingreactie van voort kruipende explosies teweeg bracht.
Omdat de paniek al plaats vond nog voor het moment van de drie grote explosies, hielden sommige aanwezigen in het fort nog rekening met de ontsteking van een flinke, Franse, ondergrondse mijn. Maar twee dagen later twijfelt Hallauer in zijn rapport nog steeds aan deze versie, omdat er normaal gesproken op de detonatie van een mijn een stormaanval van de Fransen had moeten volgen. Hallauer vindt, dat de Duitsers in dit geval zo'n stormaanval nooit meer hadden kunnen weerstaan.
 
Dodenaantal en doodsoorzaak
 
Hallauer schat in zijn rapport, dat er 700 tot 800 doden zijn gevallen, waaronder een groot aantal officieren. Een preciezer getal durft de Stabsarzt niet te geven, omdat dit volgens hem door de enorme instortingen nooit meer vast te stellen zal zijn.
De dokter meldt als belangrijkste doodsoorzaak de luchtdruk, die het merendeel van de mannen onmiddellijk doodde. Sommigen zijn weer rondgeslingerd door de druk, en anderen, die in de directe nabijheid van de ontploffingshaard waren, zijn gedood door rondvallend puin en granaatscherven. Verder zijn er ook soldaten verbrand door felle steekvlammen, veroorzaakt door vlammenwerperolie. Heel veel soldaten zijn gestikt door rookvergiftiging of door het inademen van het "bijzondere" gifgas, dat Hallauer ondanks zijn lijkschouwingen niet bij naam kan definiëren. Een officier, die door het gas dreigde te stikken, heeft zichzelf met een revolverschot door het hoofd geschoten.

Kruitmagazijn; nu een herinneringskapel
Tegenwoordig weten wij, dat de reeks kleinere explosies de kruitkamer in de zuidwestelijke kant van het fort heeft bereikt, die vol met allerlei Franse en Duitse ammunitie lag, en weten wij dat daar die "3 furchtbare Explosionen" plaats hebben gevonden. Wie nu Fort Douaumont bezoekt, kan er nog een herinneringskapel vinden, waar achter een dichtgemetselde muur, in het voormalige kruitmagazijn, de menselijke overblijfselen zijn geborgen van 679 slachtoffers.
Vermeldenswaard en opmerkelijk is, dat de Fransen nooit iets hebben gemerkt van die gruwelijke explosiecatastrofe en niets van de grote paniek, die er op volgde.

Hallauer in vergetelheid
Onze bron, Dr. Hallauer, die dit verslag voor Leutnant Von Brandis schreef, zou de Grote Oorlog nog overleven. Over hoe het de Stabsarzt verder zou vergaan in zijn leven, is niet veel bekend. Wij weten slechts, dat de vrouwenarts Hallauer aan het eind van de jaren dertig gevangen is gezet in een concentratiekamp van de Nazi's vanwege de botte reden dat hij een jood was. Op voorspraak van Hallauers voormalige Kompagnies-chef, de oorlogsheld van Douaumont en later Freikorpsoffizier, Von Brandis, besluit Hitler toch maar de vrouwenarts vrij te laten en hem naar Zuid Amerika te laten vertrekken. Vlak voor zijn vertrek heeft Hallauer zijn eigen zorgvuldig bewaarde origineel van zijn rapport opnieuw aan Von Brandis gegeven. Meer is er helaas niet bekend over het levenslot van deze dappere, Duitse dokter, die vastberaden heeft opgetreden om de gruwelijke gevolgen van deze ramp te bestrijden, en die heeft getracht te redden wie er nog te redden viel.
 
Pierre
 
(*) Ik ontving met gepaste dankbaarheid dit bijzondere en zeldzame document van de heer J.C. Broek Roelofs:
Dr. B. Hallauer, Stabsarzt Sanitäts Kompagnie 3, III Armee Korps; 
"Bericht Űber die Explosionskatastrophe im Fort Douaumont", opgemaakt op 10 mei 1916 in Fort Douaumont, getyped op 9 A4-tjes. Volgens de heer Broek Roelofs zijn er wereldwijd slechts een zestal kopieën in omloop!
(**) "voorzover die beschikbaar waren"
(***) "De Zwarten komen!", en "3 verschrikkelijke explosies".
(***) "Armen, benen, en rompen lagen verspreid in het rond, en daartussen verwrongen oorlogsmateriaal."
by Pierre Grande Guerre 29 Nov, 2019
by Pierre Grande Guerre 14 Nov, 2019

Inleiding: Franz Von Papen & Werner Horn; schaker en pion

Onlangs stuitte ik in een oud boek (1) van 1919 op een opmerkelijk verhaal over een Duitse Luitenant, die in begin februari 1915 een half geslaagde bomaanslag pleegt op een spoorbrug over een grensrivier tussen de Verenigde Staten en Canada. Ook al staat de bekentenis van de dader, Werner Horn, deels in het boek te lezen, de naam van zijn opdrachtgever zal Horn blijven verzwijgen. Na wat verder zoeken vond ik ook de naam van Horn’s opdrachtgever, Franz von Papen, een van de aangeklaagden van het latere Neurenberg Proces in 1946.

In een Grote Oorlog als de Eerste Wereldoorlog  is Horn’s aanslag op de brug uiteraard slechts een bescheiden wapenfeit. Toch vermoed ik dat dit relatief onbekende verhaal, dat de geschiedenis is ingegaan als de “ Vanceboro International Bridge Bombing ”, nog interessante kanten kent. Het is onder andere een spionageverhaal over hoe in een groter plan een sluwe schaker zijn naïeve pion offert.  

Beknopte situatieschets Canada en de Verenigde Staten in 1915

by Pierre Grande Guerre 01 Oct, 2019

This trip we start at the Léomont near Vitrimont and we will with some exceptions concentrate on the Battle of Lorraine of August-September 1914 in the area, called, the “Trouée de Charmes”, the Gap of Charmes.

After the Léomont battlefield we continue our explorations to Friscati hill and its Nécropole Nationale. Next we pay a visit to the battlefield of la Tombe to go on to the Château de Lunéville. There we cross the Vezouze to move on southward to the Bayon Nécropole Nationale. At Bayon we cross the Moselle to pass Charmes for the panorama over the battlefield from the Haut du Mont. North-west of Charmes we will visit the British Military Cemetery containing 1918 war victims. From Charmes we go northward to the battlefield of the First French Victory of the Great War, the Battle of Rozelieures of 25 August 1914. North of Rozelieures we will visit the village of Gerbéviller. From there we make a jump northward to visit the ruins of Fort de Manonviller to finish with an interesting French Dressing Station bunker, west of Domjevin.

by Pierre Grande Guerre 18 Sept, 2019
Though we depart from Badonviller in the Northern Vosges , we make a jump northward to the east of Lunéville and Manonviller. We start at Avricourt on the border of Alsace and Lorraine. From the Avricourt Deutscher Soldatenfriedhof we explore the southern Lorraine battlefields ; the mine craters of Leintrey , the Franco- German war cemetery and Côte 303 at Reillon , and some German bunkers near Gondrexon , Montreux , and Parux.
by Pierre Grande Guerre 13 Sept, 2019
We depart from Raon-l’Etape to drive northward via Badonviller to Montreux to visit the  "Circuit du Front Allemand 14-18", the  Montreux German Front Walk 14-18,  with its trenches , breastworks , and at least twenty bunkers.
by Pierre Grande Guerre 08 Sept, 2019
North-east of Nancy, east of Pont-à-Mousson, and south-east of Metz we visit the battlefields of the Battle of Morhange of 14 until 20 August 1914. We follow mainly topographically the route of the French advance eastward over the Franco-German border of 1871-1918.
During this visit, we try to focus on the day that the momentum of the battle switched from the French side to the advantage of the Bavarian side: the day of 20 August 1914, when the Bavarians rapidly re-conquered the territory around Morhange , being also the day of the start of their rather successful “Schlacht in Lothringen”.
We will visit beautiful landscapes of the "Parc Naturel Régional de Lorraine", memorials, ossuaries, and cemeteries. Sometimes we will divert to other periods of the Great War, honouring Russian and Romanian soldiers, who died in this sector. We start our route at the border village of Manhoué, and via Frémery, Oron, Chicourt, Morhange, Riche, Conthil, Lidrezing, Dieuze, Vergaville, Bidestroff, Cutting, Bisping we will finish in Nomeny and Mailly-sur-Seille, where the Germans halted their advance on 20 August 1914, and where they constructed from 1915 some interesting bunkers.
by Pierre Grande Guerre 05 Sept, 2019
South of Manhoué we start this trip at Lanfroicourt along the French side of the Franco-German 1871-1918 border, marked by the meandering Seille river. We visit some French bunkers  in Lanfroicourt, near Array-et-Han and in Moivrons. From there we go northward to the outskirts of Nomeny and the hamlet of Brionne to visit the ( second ) memorial, commemorating the events in Nomeny of 20 August 1914. We continue westward to finish at the Monument du Grand Couronné at the Côte de Géneviève, a former French artillery base, which offers several panoramic views over the battlefield.
by Pierre Grande Guerre 28 Aug, 2019
North of Pont-à-Mousson and south of Metz, we explore the relics of German bunkers and fortifications along the Franco-German 1871-1918 border. We start at Bouxières-sous-Froidmont to visit the nearby height of the Froidmont on the front line. This time we will show only a part of the Froidmont, focusing on its military significance.  From the Froidmont we continue via Longeville-lès-Cheminot and Sillegny to the “Forêt Domaniale de Sillegny” to explore some artillery ammunition bunkers. Next we continue to Marieulles for its three interesting bunkers and to Vezon for its line of ammunition depot bunkers. From Vezon we continue to the “Deutscher Kriegsgräberstätte Fey – Buch”. From Fey we go eastward, passing 6 bunkers near Coin-lès-Cuvry to finish our trip at the top construction of the “Feste Wagner” or “Fort Verny”, north of Verny.
by Pierre Grande Guerre 25 Aug, 2019

From Badonviller or the Col du Donon we continue north-eastward for a visit to an extraordinarily well restored sample of German fortifications:  the Feste Kaiser Wilhelm II, or Fort de Mutzig,  lying on a height, some 8 km. away from the 1871-1918 Franco-German Border.

by Pierre Grande Guerre 23 Aug, 2019
We concentrate on the German side of the front around "Markirch", Sainte Marie-aux-Mines, the so-called "Leber" front sector . We first pay a visit to the Sainte-Marie-aux-Mines Deutscher Soldatenfriedhof, and next to the southern side of the Col de Ste. Marie for the many interesting bunkers of the German positions at the Bernhardstein, at the north-eastern slopes of the Tête du Violu. On the next photo page about the Haut de Faîte we will continue with a visit to the northern side of the pass and the "Leber" sector.
More posts
Share by: