Het Eerste Tank-tegen-Tank Gevecht
- by Pierre Grande Guerre
- •
- 13 Apr, 2019
- •

Nabij de loopgraven buiten het stadje, Villers Bretonneux, zuidoostelijk van Le Hamel, staan op 24 april 1918, negentig jaar geleden, 3 Britse Mark IV - tanks opgesteld, 2 “Females” en een “Male”(*), als er in de ochtend een onbestuurbaar monster van 33 ton plaatstaal nadert, een Duitse A7V-tank. De tank maakt deel uit van een groep van 4 A7V’s, elk uitgerust met 16 koppige bemanning, een 70 mm-kanon, en 6 machinegeweren.
Op bevel van tankcommandant, 2nd Lieutenant Frank Mitchell, lost de “Male” tank met zijn 6 ponder kanon een schot in de richting van de A7V. Een van de twee “Females” lost ook een schot.
Na veel gedoe beveelt tankcommandant, Leutnant Wilhelm Bilz, de A7V, “Wagen 561” van Armee Abteilung 2 met de bijnaam “Nixe”, eindelijk 2 salvo’s terug te schieten. De Nixe beschadigt de 2 “Females” flink, en schakelt ze uit. Dan trekt de A7V zich met de andere 3 tanks terug om onverklaarbare redenen, achtervolgd door de als enige overgebleven “Male” –tank. Mitchell laat opnieuw vanuit de “Male” tank drie schoten lossen. Deze salvo’s schakelen uiteindelijk de “Nixe” uit. De Duitse bemanning verlaat gehaast de aangeschoten tank. Vijf Duitse soldaten sterven daarbij onder machinegeweervuur van de Britten.
Mitchell’s tank valt tijdens de achtervolging van de terugtrekkende rest van de tankgroep ten prooi aan een Duitse vliegtuigbom, die de tank nog niet weet te deren. Op de terugweg wordt Mitchell’s tank nog eenmaal beschoten door een andere tank uit de Duitse groep. Duits artillerievuur zal uiteindelijk succesvol verhinderen dat Mitchells tank weer naar de eigen linies terugkeert. De tankbemanning van Mitchell weet wonderwel de teloorgang van hun “Male” tank te overleven. Met de vernietiging van de Duitse A7V en Mitchell’s tank is de geschiedenis van de eerste tank-tegen-tank-slag een feit geworden.
Vorig jaar bezocht ik die plek van het eerste tank-tegen-tank-gevecht, die te vinden is even ten zuidoosten van het stadje, Villers Bretonneux. Langs de verder onbelangrijke weg, de D 168 naar Cachy, staat een gedenksteen met een messing plaat met inscriptie, die herinnert aan deze historische gebeurtenis. De Britse tanks stonden opgesteld langs de weg, waar nu de berm loopt en waar het monument staat. De Duitse tank verscheen op de heuvel aan de overkant van de weg. Zoals gewoonlijk, is er ook hier verder niets meer terug te vinden van dit gevecht, dan slechts de gedenksteen. Het enige dat hetzelfde is gebleven zijn de hellingen in het landschap, dat toch ook weer veel vertelt over de situatie van toen. Op die plaats rees de vraag bij mij weer, waarom de Duitse A7V destijds zijn voordeel van een hoger standpunt t.o.v. zijn vijanden niet verder uitgebuit had. Bovendien had A7V al twee treffers gemaakt, die de “Females” deed uitschakelen. Het is voor mij nog steeds onverklaarbaar, waarom de A7V zijn fatale terugtocht van enkele honderden meters begon.

Ongeacht of men zich in die tijd nu bevond in een Engelse of in een Duitse tank, het verblijf in een tank was in die dagen beslist onaangenaam. Naast motorlawaai en nauwelijks enig zicht naar buiten had de bemanning ook te kampen met de hitte van de motoren en vooral met de dieseldampen, die vrijelijk en onbeschermd de tank binnendrongen. Het kanon in zo’n “Male” tank werd bestuurd met het gehele bovenlichaam en met beide armen om enige beweging in het stugge kanon te krijgen.
Het einde van het gevecht toont ook aan dat een verblijf in een tank helemaal niet garandeerde, dat je ook heelhuids door de strijd kon komen. Integendeel, bij een voltreffer kon zo’n tank ook evengoed de oven zijn, waarin je was opgesloten en levend kon verbranden. En mocht je erin slagen alsnog de tank op tijd te verlaten, dan wachtte je vijandig mitrailleurvuur.
Toch bleef ik met deze vragen zitten. Was de Nixe teveel afgedwaald van de rest van de tankgroep, en geïsoleerd geraakt? Was Leutnant Bilz toch geïmponeerd door het drievoudige antwoord van Lieutenant Mitchell’s kanon, en wilde hij de rest van zijn groep weer opzoeken? Of had Leutnant Bilz van tevoren al geen vertrouwen meer in de gevechtscapaciteiten en in het pantser van zijn A7V-tanks tegenover de Britse tanks, omdat de tank ontworpen was voor gevechten tegen infanterie? Vormde misschien dat besef de ware beweegreden voor Leutnant Bilz om zijn tanks voortijdig terug te laten trekken? (**)
Pierre
(*) Male tank had twee kanonnen. Een Female tank had i.p.v. twee kanonnen twee mitrailleurs.
(**) De Duitse A7V’s van Panzergruppe 1, nummers 526, 527 “Lotti”, en 560 “Alter Fritz”, zouden overigens later in de middag nog wel een belangrijke rol spelen bij de verovering van het stadje Villers Bretonneux door de 228. Infanteriedivision.
Tip. Klik HIER voor wat meer foto’s en filmpjes van de tanks en van deze plek.

Inleiding: Franz Von Papen & Werner Horn; schaker en pion
Onlangs stuitte ik in een oud boek (1) van 1919 op een opmerkelijk verhaal over een Duitse Luitenant, die in begin februari 1915 een half geslaagde bomaanslag pleegt op een spoorbrug over een grensrivier tussen de Verenigde Staten en Canada. Ook al staat de bekentenis van de dader, Werner Horn, deels in het boek te lezen, de naam van zijn opdrachtgever zal Horn blijven verzwijgen. Na wat verder zoeken vond ik ook de naam van Horn’s opdrachtgever, Franz von Papen, een van de aangeklaagden van het latere Neurenberg Proces in 1946.
In een Grote Oorlog als de Eerste Wereldoorlog is Horn’s aanslag op de brug uiteraard slechts een bescheiden wapenfeit. Toch vermoed ik dat dit relatief onbekende verhaal, dat de geschiedenis is ingegaan als de “ Vanceboro International Bridge Bombing ”, nog interessante kanten kent. Het is onder andere een spionageverhaal over hoe in een groter plan een sluwe schaker zijn naïeve pion offert.
Beknopte situatieschets Canada en de Verenigde Staten in 1915

This trip we start at the Léomont near Vitrimont and we will with some exceptions concentrate on the Battle of Lorraine of August-September 1914 in the area, called, the “Trouée de Charmes”, the Gap of Charmes.
After the Léomont battlefield we continue our explorations to Friscati hill and its Nécropole Nationale. Next we pay a visit to the battlefield of la Tombe to go on to the Château de Lunéville. There we cross the Vezouze to move on southward to the Bayon Nécropole Nationale. At Bayon we cross the Moselle to pass Charmes for the panorama over the battlefield from the Haut du Mont. North-west of Charmes we will visit the British Military Cemetery containing 1918 war victims. From Charmes we go northward to the battlefield of the First French Victory of the Great War, the Battle of Rozelieures of 25 August 1914. North of Rozelieures we will visit the village of Gerbéviller. From there we make a jump northward to visit the ruins of Fort de Manonviller to finish with an interesting French Dressing Station bunker, west of Domjevin.


During this visit, we try to focus on the day that the momentum of the battle switched from the French side to the advantage of the Bavarian side: the day of 20 August 1914, when the Bavarians rapidly re-conquered the territory around Morhange , being also the day of the start of their rather successful “Schlacht in Lothringen”.
We will visit beautiful landscapes of the "Parc Naturel Régional de Lorraine", memorials, ossuaries, and cemeteries. Sometimes we will divert to other periods of the Great War, honouring Russian and Romanian soldiers, who died in this sector. We start our route at the border village of Manhoué, and via Frémery, Oron, Chicourt, Morhange, Riche, Conthil, Lidrezing, Dieuze, Vergaville, Bidestroff, Cutting, Bisping we will finish in Nomeny and Mailly-sur-Seille, where the Germans halted their advance on 20 August 1914, and where they constructed from 1915 some interesting bunkers.


