Capitaine Joost van Vollenhoven

  • by Pierre Grande Guerre
  • 28 Apr, 2019

DUTCH Page - Artikel d.d. 7 november 2006

Joost van Vollenhoven (1877-1918) - © Verdun-Meuse.fr
Inleiding

Ik ben altijd nieuwsgierig geweest naar hoe sommige Nederlanders betrokken zijn geraakt in de Eerste Wereldoorlog. Overigens niet uit chauvinisme, maar uit nieuwsgierigheid naar de motivatie van deze “neutrale” landgenoten. Zo heb ik getracht een en ander uit te pluizen over Capitaine Joost van Vollenhoven. Ik kwam in aanraking met van Vollenhoven in 2005 op een foto op zo’n mooi Frans info-bord nabij La Royere langs de Chemin des Dames. Er stond een intrigerende Franse zinsnede bij, even uit mijn hoofd en vertaald: “…nam uit protest tegen ronselpraktijken voor kanonnenvlees in Afrika ontslag uit zijn functies, en keerde terug naar het front bij het Regiment Infanterie Coloniale du Maroc.”

Geïntrigeerd door deze tekst ben ik thuis gaan googlen. Zo heb ik een en ander gevonden in de Franse taal. Omdat niet iedereen deze taal beheerst, en omdat de oorspronkelijke teksten wat erg taaie, lange, bombastische zinnen bevatten, heb ik een en ander vertaald, bewerkt en bijeengeveegd.
Door de Fransen wordt van Vollenhoven als een echte held beschouwd. Niet zo vreemd: van Vollenhoven voelde zich, als echte patriot, voor alles Fransman en nauwelijks nog Nederlander.
Nederlander of niet; het lijkt mij een verhaal met boeiende aspecten, dat misschien ook interessant kan zijn voor anderen.

Joost van Vollenhoven (1877-1918)
Joost van Vollenhoven in Zouave-uniform
Van Vollenhoven is geboren op 21 juli 1877 te Rotterdam uit een oude vooraanstaande familie. Joost van Vollenhoven verblijft het grootste gedeelte van zijn jeugd in Algerije, waar zijn ouders zich hadden gevestigd als zakenmensen.

Nadat hij op 4 februari 1899 zijn naturalisatie tot Frans Staatsburger had verkregen, werd hij toegelaten tot dezelfde Ecole Coloniale ( letterlijk: Koloniale School), waar hij als de beste van zijn jaar zijn diploma haalt als “meester in de rechten”.
Na zijn dienstplicht bij het 1e regiment van de Zouaven vervuld te hebben, verlaat hij als reserve sergeant het leger in 1902. Gedurende de eerste 8 jaren van zijn loopbaan vervult hij verscheidene, belangrijke politieke functies, regeringsopdrachten, diplomatieke missies, later naar het Ministerie voor de Koloniën, via nog meer afdelingen, naar het niveau van Parijs.
Als buitengewoon briljant functionaris ontving hij in 1912 de burgerlijke versie van het Legion d ‘ Honneur. Op zijn vijfendertigste werd hij benoemd tot Gouverneur van de Koloniën en tot Secretaris Generaal voor de Indo Chinese Federatie.

Van Vollenhoven was van mening dat hij als geïmmigreerde, en genaturaliseerde Fransman, bijzonder verplichtingen had ten aanzien van zijn land. Zijn biografen melden over dit onderwerp een van zijn uitlatingen:
Frankrijk heeft mij gemaakt tot wat ik ben. In de uren , waarin wij nu leven, moet ik meer doen dan de anderen; ik zal niet rusten, zolang ik niet alles zal hebben gedaan. “
Zijn briefwisseling, verhalen van zijn kameraden, alle inhoud is doordrenkt van de vurige uitingen van Frans patriottisme. Getuigend van een persoonlijke betrokkenheid verkiest hij er opzettelijk voor tot twee keer in actieve dienst te gaan om nederig zijn militaire plicht te vervullen, terwijl hij toch zonder twijfel zijn land had kunnen blijven dienen op verscheidene vooraanstaande posten.

Naar aanleiding van de Oorlogsverklaring van augustus 1914, werd van Vollenhoven, door het vertrek van Albert Sarraut naar de post van Minister van Financiën te Parijs, Gouverneur Generaal ad Interim over Indo China, het huidige Vietnam, en degene die te Hanoi moest beslissen welke maatregelen er genomen moesten worden voor de staat van oorlog.

De eerste keer naar het front
Hij verlangde echter zozeer om opgenomen te worden in een strijdende, actieve eenheid in Frankrijk, dat hij verzocht om ontslagen te worden uit al zijn functie’s. Op 27 april 1915 meldt hij zich vrijwillig in Indochina. Na zijn terugkeer naar Parijs in april 1915 neemt hij dienst als sergeant bij het Regiment Infanterie Coloniale du Maroc ( RICM), het Koloniale Infanterie Regiment van Marokko. Hij voegt zich bij het RICM in Vlaanderen op 12 mei 1915 en is daar op 21 mei bevorderd tot Luitenant 2e klas. Nadat hij de eerste keer gewond raakt bij Arras op 25 september 1915, wordt hij gedurende 7 maanden verpleegd. Een onderscheiding, de Orde van het Leger Korps, wordt hem toegekend op 15 oktober 1915.

Kolonel Messimy, met wie hij bevriend was, komt hem midden april 1916 opzoeken in zijn hospitaalbed om hem te benoemen tot Chef van de Generale Staf van de 6e Brigade Jagers te Voet (6e Brigade de Chasseurs au Pied). Hoewel nog nauwelijks genezen, aanvaardt hij deze functie. Gedurende meer dan een jaar, tot aan midden mei 1917, zorgt hij voor de nauwkeurige voorbereiding van alle operaties waarbij zijn eenheid is ingezet; in de Elzas, in de Somme, en in de Champagne. Omdat hij ook uitvoering geeft ter plaatse aan deze plannen, wordt hij opnieuw gewond op 12 september 1916. Hij ontvangt een tweede onderscheiding op 2 januari 1917. Van Vollenhoven vindt echter steeds minder enthousiasme in zijn werk in de Generale Staf en hij betreurt zijn vertrek bij het RICM, waarvan hij nog altijd het embleem met het Marine Anker draagt.

Gouverneur Generaal van Frans Westelijk Afrika
© envelopmer.blogspot.com
Nadat hij gewond is geraakt en inmiddels verscheidene malen onderscheiden, accepteert van Vollenhoven in mei 1917, onder druk van de Minister van Koloniën, Maginot, op veertigjarige leeftijd de positie van Gouverneur Generaal van Frans Westelijk Afrika, het Afrique Occidentale Française (A.O.F.), te Dakar. Hij voert daar energiek de opdracht uit voor de ontwikkeling van de oorlogsinspanning van de Franse kolonies.

Acht maanden later raakt hij in conflict met de regering over de benoeming van een parlementariër, Blaise Diagne , tot Hoge Commissaris in Afrika met volmachten voor het rekruteren van Afrikaanse soldaten. Van Vollenhoven weigert principieel zijn taken over te dragen aan Blaise Diagne. Van Vollenhoven rapporteert al op 25 september 1917 zijn bezorgdheid over de intensivering van de rekrutering van Afrikaanse soldaten.

Ronselpraktijken in Senegal en Soedan

Het Mobilisatie Decreet van 9 oktober 1915, stond toe om 51.000 inheemse mannen op te roepen voor dienstplicht in Senegal en Soedan. De stamhoofden, die al verplicht zijn om het merendeel aan mankracht te leveren voor de gedwongen arbeid, moeten nu mannen leveren voor de oorlog in Europa, terwijl zij weten, dat ze niet zullen terugkeren. Eind 1915 breken er talloze onlusten en opstanden uit in verscheidene streken in Soedan en Senegal. Het leger omsingelt de dorpen, neemt alle volwassenen gevangen, en voert hen vastgebonden weg. Veel mensen raken opzettelijk gewond, of ze verbergen zich. In de omgeving van Dedougou grijpen 130.000 man naar de wapens. Kolonel Molard verplettert de opstand met mitrailleurs en kanonnen. De opstand tegen deze ronselpraktijken, lichtingen, wint aan kracht in Dahomey, waar nog 2 stammen in opstand komen. Kolonel Mourin vermorzelt ze.

Van Vollenhoven's verzet tegen de ronselpraktijken

Van Vollenhoven, in 1917 dus benoemd tot Gouverneur Generaal van de Westelijk Frans Afrika, verzet zich wanhopig tegen de gevestigde macht om zijn bijdragen aan deze aanvoer van “kanonnenvlees” te kunnen ontlopen en hij protesteert tegen de slordige inzet van de koloniale troepen bij het Nivelles-offensief langs de Chemin des Dames.
Dit Afrikaanse rijk”, zegt van Vollenhoven, “dat arm aan mensen is, is rijk aan producten. Laat die ellendige bevolking zich ( juist) inzetten voor de bevoorrading tijdens en na de oorlog.”
Maar de Senegalese afgevaardigde, Blaise Diagne, vrijmetselaar en naar het schijnt erg ambitieus, ontkent stellig in de Assemblee het bloedbad onder zijn landgenoten bij de Chemin de Dames. Diagne wordt toch door Clemenceau benoemd tot Hoge Commissaris van de Republiek voor Frans Westelijk Afrika. Hij maakt van februari tot augustus 1918 een tournee van Dakar tot Bamako om zijn landgenoten te overtuigen om ten strijde te trekken in Frankrijk. Hij belooft daarbij het automatisch Frans Staatburgerschap, en alle mogelijke militaire onderscheidingen en medailles tot aan het Croix de Guerre.

Van Vollenhoven weigert alle voorstellen van Clemenceau om hem tegemoet te komen. Van Vollenhoven neemt ontslag van zijn post op 17 januari 1918. Hij vraagt als privilege om zich weer te mogen voegen bij het RICM aan het front.

De tweede keer aan het front
© cheminsdememoire.gouv.fr
Na zijn ontslag van de post van Gouverneur Generaal, voegt hij zich weer op 28 januari 1918 bij het RICM als eerste commandant van de 1ste Compagnie van het 1ste Bataljon.  Hij wordt ingezet in maart tot juli 1918 ten zuiden van Roye, iets ten noorden van Compiègne. Zijn regiment verdedigt met succes de “grendel”, waarop de Duitse offensieven zich concentreren.Opnieuw wordt hij bevorderd tot Kapitein van het RICM in april 1918.  Op 10 april 1918 wordt er een derde onderscheiding toegekend aan Capitaine van Vollenhoven: “l ‘Ordre de la Division”.
Op 18 juli 1918 om 4.35 uur in de ochtend begint het 10e Leger van Général Mangin, waarvan het RICM deel uitmaakt, het verrassingsoffensief van de Tweede Slag om de Marne vanuit het Woud van Foretz nabij Villers-Cotterets tegen de westflank van de kleine Duitse saillant van Chateau Thierry. Dit offensief wordt gestopt door een tegenaanval voor het dorp Parcy-Tigny op 19 juli. Kapitein van Vollenhoven dringt zich naar voren, en “observeert , rechtop, zonder helm, te midden van het rijpe koren de vijand”. Hij wordt dan door een kogel geraakt onder in de zijn schedel. Hij vindt nog de kracht om zich op te richten en zichzelf wankelend naar de eerste Hulp Post te leiden. Hij overlijdt op 41-jarige leeftijd in de ochtend van 20 juli tijdens zijn transport naar het veldhospitaal van zijn divisie.
Monument bij Mont Gobert - © cheminsdememoire.gouv.fr
Hij wordt begraven in Mont Gobert niet ver van het dorpje Longpont. Op 28 juli 1918 wordt hem postuum voor de vierde keer een onderscheiding toegekend: l’Ordre de l’Armée.

Pierre
by Pierre Grande Guerre 29 Nov, 2019
by Pierre Grande Guerre 14 Nov, 2019

Inleiding: Franz Von Papen & Werner Horn; schaker en pion

Onlangs stuitte ik in een oud boek (1) van 1919 op een opmerkelijk verhaal over een Duitse Luitenant, die in begin februari 1915 een half geslaagde bomaanslag pleegt op een spoorbrug over een grensrivier tussen de Verenigde Staten en Canada. Ook al staat de bekentenis van de dader, Werner Horn, deels in het boek te lezen, de naam van zijn opdrachtgever zal Horn blijven verzwijgen. Na wat verder zoeken vond ik ook de naam van Horn’s opdrachtgever, Franz von Papen, een van de aangeklaagden van het latere Neurenberg Proces in 1946.

In een Grote Oorlog als de Eerste Wereldoorlog  is Horn’s aanslag op de brug uiteraard slechts een bescheiden wapenfeit. Toch vermoed ik dat dit relatief onbekende verhaal, dat de geschiedenis is ingegaan als de “ Vanceboro International Bridge Bombing ”, nog interessante kanten kent. Het is onder andere een spionageverhaal over hoe in een groter plan een sluwe schaker zijn naïeve pion offert.  

Beknopte situatieschets Canada en de Verenigde Staten in 1915

by Pierre Grande Guerre 01 Oct, 2019

This trip we start at the Léomont near Vitrimont and we will with some exceptions concentrate on the Battle of Lorraine of August-September 1914 in the area, called, the “Trouée de Charmes”, the Gap of Charmes.

After the Léomont battlefield we continue our explorations to Friscati hill and its Nécropole Nationale. Next we pay a visit to the battlefield of la Tombe to go on to the Château de Lunéville. There we cross the Vezouze to move on southward to the Bayon Nécropole Nationale. At Bayon we cross the Moselle to pass Charmes for the panorama over the battlefield from the Haut du Mont. North-west of Charmes we will visit the British Military Cemetery containing 1918 war victims. From Charmes we go northward to the battlefield of the First French Victory of the Great War, the Battle of Rozelieures of 25 August 1914. North of Rozelieures we will visit the village of Gerbéviller. From there we make a jump northward to visit the ruins of Fort de Manonviller to finish with an interesting French Dressing Station bunker, west of Domjevin.

by Pierre Grande Guerre 18 Sept, 2019
Though we depart from Badonviller in the Northern Vosges , we make a jump northward to the east of Lunéville and Manonviller. We start at Avricourt on the border of Alsace and Lorraine. From the Avricourt Deutscher Soldatenfriedhof we explore the southern Lorraine battlefields ; the mine craters of Leintrey , the Franco- German war cemetery and Côte 303 at Reillon , and some German bunkers near Gondrexon , Montreux , and Parux.
by Pierre Grande Guerre 13 Sept, 2019
We depart from Raon-l’Etape to drive northward via Badonviller to Montreux to visit the  "Circuit du Front Allemand 14-18", the  Montreux German Front Walk 14-18,  with its trenches , breastworks , and at least twenty bunkers.
by Pierre Grande Guerre 08 Sept, 2019
North-east of Nancy, east of Pont-à-Mousson, and south-east of Metz we visit the battlefields of the Battle of Morhange of 14 until 20 August 1914. We follow mainly topographically the route of the French advance eastward over the Franco-German border of 1871-1918.
During this visit, we try to focus on the day that the momentum of the battle switched from the French side to the advantage of the Bavarian side: the day of 20 August 1914, when the Bavarians rapidly re-conquered the territory around Morhange , being also the day of the start of their rather successful “Schlacht in Lothringen”.
We will visit beautiful landscapes of the "Parc Naturel Régional de Lorraine", memorials, ossuaries, and cemeteries. Sometimes we will divert to other periods of the Great War, honouring Russian and Romanian soldiers, who died in this sector. We start our route at the border village of Manhoué, and via Frémery, Oron, Chicourt, Morhange, Riche, Conthil, Lidrezing, Dieuze, Vergaville, Bidestroff, Cutting, Bisping we will finish in Nomeny and Mailly-sur-Seille, where the Germans halted their advance on 20 August 1914, and where they constructed from 1915 some interesting bunkers.
by Pierre Grande Guerre 05 Sept, 2019
South of Manhoué we start this trip at Lanfroicourt along the French side of the Franco-German 1871-1918 border, marked by the meandering Seille river. We visit some French bunkers  in Lanfroicourt, near Array-et-Han and in Moivrons. From there we go northward to the outskirts of Nomeny and the hamlet of Brionne to visit the ( second ) memorial, commemorating the events in Nomeny of 20 August 1914. We continue westward to finish at the Monument du Grand Couronné at the Côte de Géneviève, a former French artillery base, which offers several panoramic views over the battlefield.
by Pierre Grande Guerre 28 Aug, 2019
North of Pont-à-Mousson and south of Metz, we explore the relics of German bunkers and fortifications along the Franco-German 1871-1918 border. We start at Bouxières-sous-Froidmont to visit the nearby height of the Froidmont on the front line. This time we will show only a part of the Froidmont, focusing on its military significance.  From the Froidmont we continue via Longeville-lès-Cheminot and Sillegny to the “Forêt Domaniale de Sillegny” to explore some artillery ammunition bunkers. Next we continue to Marieulles for its three interesting bunkers and to Vezon for its line of ammunition depot bunkers. From Vezon we continue to the “Deutscher Kriegsgräberstätte Fey – Buch”. From Fey we go eastward, passing 6 bunkers near Coin-lès-Cuvry to finish our trip at the top construction of the “Feste Wagner” or “Fort Verny”, north of Verny.
by Pierre Grande Guerre 25 Aug, 2019

From Badonviller or the Col du Donon we continue north-eastward for a visit to an extraordinarily well restored sample of German fortifications:  the Feste Kaiser Wilhelm II, or Fort de Mutzig,  lying on a height, some 8 km. away from the 1871-1918 Franco-German Border.

by Pierre Grande Guerre 23 Aug, 2019
We concentrate on the German side of the front around "Markirch", Sainte Marie-aux-Mines, the so-called "Leber" front sector . We first pay a visit to the Sainte-Marie-aux-Mines Deutscher Soldatenfriedhof, and next to the southern side of the Col de Ste. Marie for the many interesting bunkers of the German positions at the Bernhardstein, at the north-eastern slopes of the Tête du Violu. On the next photo page about the Haut de Faîte we will continue with a visit to the northern side of the pass and the "Leber" sector.
More posts
Share by: